Handhaving Wet DBA op lager pitje

Wet & Regelgeving Den Haag

Laatste update: 11 October 2022

Nedflex signaleert dat onder bedrijven, ondernemers en ZZP’ers nog steeds veel onduidelijkheid bestaat over de Wet DBA. Zo viel onder meer in de media te lezen dat de Wet DBA is uitgesteld tot 2018. Dit klopt niet. De Wet DBA is definitief, de VAR verklaring is afgeschaft. Wat is er dan wel besloten? Onder meer dat de handhaving op een lager pitje komt te staan. Laat de overheid nu de teugels vieren? Enigszins. De Belastingdienst mag echter wel handhaven wanneer ‘evident’ sprake is van schijnzelfstandigheid.

Staatssecretaris Wiebes heeft recent erkend dat de Wet DBA tot veel onrust en onzekerheid bij opdrachtgevers en –nemers heeft geleid. Duidelijk wordt dat opdrachtgevers op grote schaal afscheid nemen van ZZP’ers, of kiezen voor alternatieven als payrolling, waarbij de ZZP’er op de loonlijst staat van het flexbedrijf en dat bedrijf dus risicodrager is. De staatssecretaris heeft aangegeven dat hij de onrust wil wegnemen door de handhaving van de wet op een laag pitje te zetten.

Toen de wet werd aangekondigd, signaleerde Nedflex dat die handhaving werd onderschat. Veel bedrijven gaven aan rekening te houden met een ‘proefjaar’, terwijl de Belastingdienst met terugwerkende kracht mag handhaven. Nu ligt wederom onderschatting op de loer. De Belastingdienst krijgt nu inderdaad een meer coachende rol, maar blijft ruimte houden om te handhaven. Wat is er nu feitelijk vastgelegd? Dat de implementatietermijn tot 1 januari 2018 wordt verlengd. En dat, indien sprake is van “fraude of evidente afwijking”, de Belastingdienst wél over gaat tot naheffing.

Zij verwoordt dit zelf als volgt: “Opdrachtgevers of opdrachtnemers die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laten ontstaan of voortbestaan, omdat zij weten – of hadden kunnen weten – dat feitelijk sprake is van een dienstbetrekking (en daarmee een oneigenlijk financieel voordeel behalen en/of het speelveld op een oneerlijke manier aantasten).” 

Het voornaamste verschil is dat indien de Belastingdienst bij anderen dan deze “evident kwaadwillenden” een situatie aantreft die niet overeenkomt met wat is vastgelegd in een overeenkomst (of is vastgesteld aan de hand van de criteria), zij die partijen de gelegenheid geeft om hun werkwijze of overeenkomst aan te passen. Zij krijgen geen boete of naheffing. Bedrijven en ZZP’ers die het niet zo nauw (blijven) nemen met de wet, kunnen echter nog steeds op een naheffing rekenen.

Hoewel Nedflex ondernemers en ZZP’ers adviseert zich goed te vergewissen van de wijzigingen die Wiebes heeft aangebracht, juicht zij deze ontwikkeling wel toe. Het biedt alle betrokkenen simpelweg meer tijd om te kijken naar concrete oplossingen, zoals (bijvoorbeeld) het vergroten van de flexibele schil of het uitbesteden van het werkgeverschap middels payrolling.

De recent door Wiebes gedane toezegging komt voort uit een advies van de Commissie beoordeling modelovereenkomsten Wet DBA. Wiebes heeft aangegeven een deel van de aanbevelingen over te nemen. Zo krijgen de algemene modelovereenkomsten een bijsluiter om duidelijk te maken in welke gevallen ze kunnen worden toegepast. Ook wordt meer duidelijkheid gecreëerd over wanneer een modelovereenkomst nodig is en wanneer niet.