Geplaatst op: 18 juli 2023
Laatste update: 26 juli 2023
In de horeca worden veel termen gebruikt. De meeste hiervan komen uit de Franse taal. Voordat je in de horeca gaat werken is het handig als je deze termen kent. En ook als je uit eten gaat kunnen sommige van deze termen natuurlijk van pas komen. We hebben er 14 voor je, hoeveel ken jij er al?
1. Blancheren
Blancheren is een kooktechniek waarbij eten kort wordt gekookt. Daarna wordt het in koud water gelegd, om het kookproces te stoppen. Dit wordt gedaan om het voedsel alvast een beetje te garen of schoon te maken.
2. Chafing dish
Een chafing dish, ook wel warmhoudbak in de volksmond, is een middel om eten warm te houden, tijdens het bereiden of serveren van bijvoorbeeld een buffet. Dit doe je door heet water in de chafing dish. Dit water verwarm je, zodat het heet wordt en begint te stomen. Je plaatst vervolgens de schaal of bak in de chafing dish, zodat het eten warm blijft en smaak behoudt.
3. Couvert
Couvert is een verzamelnaam voor servies, bestek en servetten, waarmee de tafel wordt opgedekt.
4. Debarrasseren
Debarrasseren is het afruimen van de tafels, wel volgens vastgestelde richtlijnen uiteraard.
5. Aperitief
Een aperitief wordt geserveerd voordat het diner echt is begonnen. Tijdens het drinken van een aperitief bekijken gasten bijvoorbeeld de menukaart. Veelgedronken aperitieven zijn prosecco, martini of een cocktail.
6. Digestief
Een digestief is een drankje dat juist na de maaltijd gedronken wordt, bijvoorbeeld likeuren en cognac.
7. Julienne
Julienne snijden is een techniek voor het in dunne reepjes snijden van ingrediënten (vergelijkbar met luciferstokjes). Deze snijtechniek komt, zoals je misschien al wel vermoedde, uit de klassieke Franse keuken.
8. Ménage
Zout, peper, andere kruidenpotjes of olie en azijn die vantevoren op tafel worden gezet.
9. Mise en Place
Mise en Place omvat het uitvoeren van alle voorbereidende werkzaamheden die met een maaltijd te maken hebben. Hierbij kun je denken aan het voorbereiden van het eten, de tafels dekken, het klaarzetten van de ménage.
10. Poleren
Het vlekvrij afdrogen van bestek, servies en glazen na de afwas. Zodat het mooi gaat glanzen en er geen vlekjes meer op zitten.
11. Reven
Het verwijderen van harde “draden” bij groentes, bijvoorbeeld bonen en peultjes.
12. Achter
Horecamedewerkers zeggen vaak “achter” als ze achter hun collega lopen. Dit doen ze om ervoor te zorgen dat hun collega’s niet schrikken en ze een botsing veroorzaken wanneer ze met een dienblad lopen.
13. Placeren
Na het ontvangen van gasten en het aannemen van de jassen begeleid je ze naar de goede tafel.
14. Pax
In de horeca wordt vaak over een tweetje of viertje gesproken als het gaat over het aantal gasten. Pax is ook een veelgebruikte term in de horeca om aan te geven hoeveel gasten er komen, twee pax betekent bijvoorbeeld dat het twee gasten zijn.