Zwaarwerkregeling

Uitzendkrachten kunnen per 1 januari 2025 ook gebruikmaken van de zwaarwerkregeling (ZWR) die in de sector Bouw en Infra geldt. Met de regeling kunnen medewerkers, onder voorwaarden, maximaal drie jaar voor de AOW-leeftijd stoppen met werken. Dit betekent ook dat je eerder je BpfBouwpensioen uitgekeerd krijgt. Je mag hierna dan ook geen betaald werk meer doen.

Je kunt als uitzendkracht alleen gebruik maken van de zwaarwerkregeling als je vakkracht bent én deelnemer in bpfBOUW (vakkracht bpfBOUW).

Je bent een vakkracht in de bouw als je:

  • in een periode van twee jaar in totaal twaalf maanden in de bouw & infra hebt gewerkt
  • werkzaam bent als uitzendkracht in een bouwplaatsfunctie en een bouwopleiding volgt of met een diploma of praktijkcertificaat hebt afgerond; of
  • werkzaam bent als uitzendkracht in een uta-functie en een diploma hebt voor een bouwtechnische bol-opleiding op niveau 2 of hoger.

Je bent als vakkracht deelnemer in bpfBOUW als:

  • je voorafgaand aan het uitzendwerk al deelnemer was in bpfBOUW of
  • nadat je twaalf maanden als vakkracht in de bouw & infra hebt gewerkt.

Voorwaarden

Voor vakkrachten bpfBOUW in een bouwplaatsfunctie gelden andere voorwaarden dan voor vakkrachten bpfBOUW in een uta-functie. Kijk hieronder welke voorwaarden voor jou gelden.

Ben je vakkracht in een bouwplaatsfunctie? Dan kun je gebruik maken van de zwaarwerkregeling als je:

  • direct voor deelname vakkracht bpfBOUW in een bouwplaatsfunctie bent
  • op 1 juli 2019 of op 1 januari 2020 werkte als bouwplaatsmedewerker of als vakkracht bpfBOUW in een bouwplaatsfunctie
  • de laatste 25 jaar minstens 20 jaar werkte als medewerker onder de cao Bouw & Infra of als vakkracht bpfBOUW (was je tenminste 6 maanden van een jaar onder deze voorwaarden aan het werk?, dan telt dat als een heel jaar).

Wat gebeurt er na 2025?

De zwaarwerkregeling loopt nu nog tot en met 31 december 2025. Het is nog niet helemaal duidelijk wat er daarna gebeurt. In principe hebben de cao-partijen afgesproken dat de ZWR met vijf jaar zal worden verlengd, dus tot en met 2030. Maar daarvoor moet ook de wettelijke RVU-drempelvrijstelling, waarmee werkgevers geen belasting betalen over de uitkering, worden verlengd. Het is nu nog niet zeker of deze ook verlengd wordt.