Werktijdverkorting

Wanneer een bedrijf tijdelijk minder werknemers nodig heeft als gevolg van omstandigheden die buiten het normale ondernemersrisico vallen (brand, epidemie, overstroming), kun je als bedrijf werktijdverkorting aanvragen. De werknemers kunnen dan voor de niet-gewerkte uren tijdelijk een WW-uitkering aanvragen. 

Tijdens de coronacrisis was de werktijdverkorting stopgezet en vervangen door de NOW. 

De werktijdverkorting is bedoeld als overbrugging voor een korte periode waarin werkgevers minder werk hebben. Om voor deze regeling in aanmerking te komen moet de werktijdverkorting tijdelijk zijn, niet korter dan 2 weken en niet langer dan 24 weken.

De werktijdverkorting beschermt bedrijven tijdens uitzonderlijke situaties. Zij hebben zo tijdelijk zelf minder personeelskosten bij periodes van minder werk en het beschermt de werkgelegenheid omdat de werknemer wel in dienst blijft bij de werkgever.

Oproepkrachten en uitzendkrachten

Werktijdverkorting kun je als werkgever alleen aanvragen voor werknemers waarvoor je een loondoorbetalingsplicht hebt. Dat betekent dat het niet mogelijk is voor oproepkrachten met een nul-urencontract en uitzendkrachten.

Minder werk door weersomstandigheden

Is er tijdelijk minder werk door extreme weersomstandigheden? Dan kun je wellicht gebruik maken van de Regeling onwerkbaar weer.