Vakantiekrachten

Onder vakantiekrachten worden scholieren en studenten verstaan die in de zomervakantie van hun opleiding of studie – van 1 juni tot 1 september – tijdelijk werk verrichten en niet aansluitend blijven werken. Vaak zijn vakantiekrachten minderjarig, waardoor je als opdrachtgever te maken krijgt met afwijkende regels. Zie hiervoor ook ‘werken met jongeren’.

Vakantiewerk en risico’s op de werkvloer?

Net als reguliere flexkrachten moeten vakantiekrachten goed voorgelicht worden over de mogelijke gevaren en risico’s op de werkvloer. Dit wordt gedaan door de zogenaamde ‘doorgeleidingsplicht’ om de vakantiekracht voorafgaand aan de uitzending te instrueren. Hiervoor hebben we de risicoinventarisatie en – evaluatie (RI&E) nodig van de organisatie. Ook is het verplicht om de werknemer goed in te lichten tijdens de werkzame periode. Dit kan door een instructiefilm of een demonstratie door een leidinggevende op de werkvloer.

Vakantiewerk en de cao voor Uitzendkrachten

Vakantiekrachten vallen net als reguliere flexkrachten onder de cao voor Uitzendkrachten. Op twee uitzonderingen na, gelden alle bepalingen van de cao daarom ook voor vakantiekrachten.

Uitzonderingen

Vakantiekrachten hebben volgens de cao recht op vakantiedagen en vakantiegeld. Dat betekent dat een vakantiekracht bij een volledig gewerkte maand recht heeft op 13 1/3 uur vakantie. Of een evenredig deel daarvan als niet de volledige maand gewerkt wordt. Het vakantiegeld bedraagt 8% van het basisloon. Stopt de vakantiekracht met werken, dan kan hij of zij het bedrag aan opgebouwde reserveringen opvragen. Vakantiekrachten hebben geen recht op een aanvulling voor bijzonder verlof, kort verzuim en feestdagen.

Vakantiekrachten die niet de Nederlandse nationaliteit beschikken

Je bent als werkgever in overtreding als je een vreemdeling laat werken zonder dat deze een tewerkstellingsvergunning heeft. Voordat een vakantiekracht bij je aan de slag gaat, controleert het uitzendbureau de verblijfs- en tewerkstellingsvergunning van vakantiekrachten – die niet over de Nederlandse nationaliteit beschikken – zorgvuldig. Volgens de Wet Arbeid Vreemdelingen heeft het uitzendbureau de verplichting je een kopie van het identiteitsbewijs van de vreemdeling te verstrekken.

Je bent op jouw beurt verplicht deze kopie op te nemen in jouw administratie. En ook bij vreemdelingen geldt: vóór aanvang van de werkzaamheden moet je de identiteit van de vreemdeling vaststellen, door te vragen naar een origineel en geldig legitimatiebewijs. Om er zeker van te zijn dat de juiste persoon bij je aan het werk gaat, dien je de gegevens op het legitimatiebewijs te vergelijken met de gegevens op de kopie van het bewijs.